zaterdag 6 april 2024

Doe-lijstje

Kijkje in de stoffenwinkel: stapels stof op de rol, daarachter een rijtje paspoppen en daarboven enkele rollen stof waarvan een afgerold stuk naar beneden hangt

Ineens is het warm buiten. De achterdeur open, koffie op het terras.
H. gaat na die koffie op stap voor een stevige oefenwandeling. Echt veel zin heeft ie nog niet maar er moet nodig getraind worden voor de vierdaagse. Ik lach hem uit als hij zuchtend vertrekt.
“Waarom schrijf je je dan ook in?”
Ik moet er niet aan denken om vier dagen dertig, veertig of zelfs vijftig kilometer te lopen; geef mij maar de fiets.

Als hij vertrokken is, ga ik eerst m’n laarzen schoonmaken. Daar heb ik gisteren mee in de prut gelopen in de voedselboomgaard waar ik vrijwilligerswerk doe. Daarna fiets ik naar de grote stoffenwinkel tien kilometer verderop, want ik heb een naaiproject in gedachten.

Het is fantastisch weer om te fietsen (en dus ook om te wandelen) en ik ben zó op de plaats van bestemming. Daar vind ik een paar stofjes waar ik mee aan de slag wil en als ik terug fiets merk ik waarom de heenweg zo snel ging: er staat een stevige wind, die ik nu tegen heb. Dat maakt van m’n fietstochtje een work-out. Eentje van de leuke soort, want onderweg zie ik in de bermen van alles bloeien.

Weer thuis vind ik dat ik koffie heb verdiend en dan ga ik een tijdje tevreden zitten kijken naar de drie lappen stof die ik heb gekocht. Ik zie al helemaal voor me wat ik er van ga maken. Na volgende week heb ik daar alle tijd voor. Hoewel, ik heb mezelf beloofd om eerst de hele keuken eens echt goed schoon te maken. En er moet een nieuw uithangbord geschilderd worden voor Vrijwillig Landschapsbeheer. En het is tijd om de moestuinbakken te gaan vullen.
En … nou ja, vervelen staat voorlopig nog niet op m’n doe-lijstje.

woensdag 3 april 2024

Laatste keren.

Foto van het Dedicon pandNog een week, dan ga ik voor het laatst naar Dedicon, het bedrijf waar ik lang heb gewerkt. In juni ga ik officieel met pensioen, maar vanaf 11 april heb ik al vakantie. Deze weken staan dus in het teken van de laatste keren.
Vandaag de laatste opname van audiotijdschrift Klinkklaar met mij als eindredacteur. Of eigenlijk de eerste keer met de nieuwe eindredacteur, mijn collega B. Die zit af en toe verwilderd rond te kijken omdat ze zo veel tegelijk in de gaten moet houden.

Moet er een tune aangezet worden?
Op welke van de twee memorysticks staan de muziekjes en geluiden?
Waar zit ook weer het geluid van de walvis en wanneer moet de voorlezer daar doorheen gaan lezen?
Er moet nog een introotje gelezen worden vóór het interview dat al klaarstaat.
Deze regel staat verkeerd in het draaiboek en moet de technicus er straks nog even uithalen.  

Bij de vorige opname keek B. met mij mee en nu kijk ik mee  hoe zij het doet. Af en toe souffleer ik of steek ik een hand op om aan te geven dat een lezer nú moet starten. Gaandeweg krijgt ze er wat meer vertrouwen in. Het scheelt dat de twee vaste voorlezers een goed samenwerkend team zijn en dat de technicus ook weet hoe zo’n opname in elkaar zit.

Vorige week verscheen de laatste special waar ik interviews voor maakte en ook voor ons personeelsblad heb ik voor de laatste keer de kopij verzameld en geredigeerd en het naar de vormgever gestuurd.
En dan is er maandag opnieuw zo’n laatste sessie als vandaag.  Dan met Zienswijs, audiotijdschrift voor mensen die op latere leeftijd blind/slechtziend zijn geworden. Ook dat draag ik over aan een collega.

En dan zit het erop. Dan kan ik uitslapen en luieren tot ik daar genoeg van heb. Dat zal niet heel lang duren, weet ik van mezelf, dus heb ik al een hele lijst gemaakt met plannen en projecten. Wat ik in elk geval blijf doen is schrijven. Dit stukje hoort er dus niet bij, bij al die laatste keren.


vrijdag 29 maart 2024

Een zakje met wildbloemenzaad

Op 11 april is mijn laatste werkdag bij Dedicon.
Collega’s van wie ik afscheid neem (of andersom: die van mij afscheid komen nemen), krijgen een zakje met wildbloemenzaad met een QR code eraan die naar dit bericht linkt. Een soort bijsluiter. Komt ie:

De stoffen zakjes zijn gemaakt van restjes van allerlei naaiprojecten. Dat is iets waar ik straks meer tijd voor krijg: kleding en andere dingen maken van stof, liefst hergebruikt. Niet alleen omdat het leuk is om te doen, maar ook als tegenwicht tegen vervuilende fast-fashion.

Bij elk zakje zit een QR code. Daarvoor moest ik eerst uitzoeken hoe je die maakt. Niet heel moeilijk, maar leuk om nu te weten hoe het moet. Ook na mijn werkzame leven blijf ik graag nieuwe dingen leren.

Wie mij een beetje kent, weet dat ik van tuinieren hou. Na mijn pensioen ga ik me onder andere bezighouden met vrijwilligerswerk bij een voedselboomgaard en bij Vrijwillig Landschapsbeheer. Allebei projecten die biodiversiteit hoog in het vaandel hebben. Elke meter wildbloemen helpt daarbij.

Dus trek een tegel uit je tuin of stoep of geef het zakje weg aan iemand die ergens een stukje aarde te missen heeft.
Meng het bloemenzaad met de bodemverbeteraar en strooi uit over ca. ½ m2 grond.
Het is een mengsel van ca 15 soorten eenjarige inheemse bloemen, die bijen en vlinders aantrekken.
Als ze deze zomer staan te bloeien, kun je nog eens aan me denken.



 


Verdriet

vage foto met een vaag, onherkenbaar gezicht
In mijn droom ben ik een weekend met familie op vakantie. Een vaag gezelschap, waarvan ik vooral mijn moeder meemaak. Ik sta samen met een paar anderen bij ons huisje als er een witte Volkswagen aan komt rijden. Zo’n ouderwets kevertje. De deur gaat open en mijn moeder stapt uit. Op dat moment besef ik dat dat niet kan, omdat ze al lang dood is. Maar met wie was ik dan het hele weekend samen? Was het een door A.I. gegenereerde kloon? Ik voel me bedrogen en ik moet verschrikkelijk huilen.

Als ik wakker word voel ik me verdrietig. Ik vertel H. mijn droom en er loopt een traan langs mijn wang mijn oor in. Ik blijf nog een tijdje liggen en vraag me af hoe het kan dat ik me zo verdrietig voel over een moeder die al 17 jaar dood is. En hoe het kan dat je in de tien minuten tussen twee keer ‘snoozen’ van de wekker een heel weekend kunt dromen.

Dan denk ik aan mijn vader. In zijn laatste jaren gebeurde het wel eens dat hij zat te dommelen als ik bij hem was, dat hij dan wakker schoot en vroeg: ‘Waar is je moeder?’ En terwijl ik nog zat na te denken over wat ik moest zeggen, keek hij naar m’n gezicht en zei: ‘Ze is er niet meer hè… helemaal niet meer.’

Hij was soms een beetje de kluts kwijt, maar niet zo dement dat ik tegen hem zou hebben gelogen. Nu, vooral weer na deze droom, denk ik dat het wel genadig is om tegen iemand die het echt niet meer weet gewoon te liegen dat een dierbare alleen maar even weg is. Het moet wel vreselijk zijn om elke dag een paar keer te ontdekken dat iemand al lang dood is.

zondag 24 maart 2024

Luxe etentje

Als cadeau gaan we uit eten in een sterrenrestaurant. Het  is een dubbel verjaardagscadeau: H. en dochter E. zijn allebei in maart jarig en ik ga gewoon lekker mee. Op deze regenachtige zaterdagmiddag gaan we naar Amsterdam. Eerst nog even met E. naar de bouwmarkt voor wat praktische inkopen en dan bespreken we de opties: gaan we op de fiets? Of met een Uber?

Als niet-Amsterdammers zijn wij niet gewend aan Ubers, maar E. draait er haar hand niet voor om. Als we eenmaal hebben besloten dat het met dit weer echt niet leuk is om 20 minuten door de stad te fietsen, is het zó geregeld.
‘Over 7 minuten staat Souhail op de hoek,’ ziet E. in de app. En jawel. We staan nog maar even buiten of de zwarte BMW komt er aan om ons naar Mos te brengen, waar we om 7 uur hebben gereserveerd.

Het leuke van zo’n luxe etentje is, dat je niet alleen allemaal bijzondere, mooi geserveerde, lekkere kleine gerechten krijgt voorgeschoteld, maar ook door vriendelijk personeel met aandacht bediend wordt. Van elk gerecht krijgen we precies uitgelegd wat het is en van elke bijpassende wijn waar die vandaan komt en van welke druiven die gemaakt is.

Alles is lekker en sommige dingen nóg lekkerder. Tussen de gangen in zit precies genoeg tijd en we hebben elkaar van alles te vertellen. Verbaasd zien we na het toetje dat het intussen elf uur is. Ik ben voorbereid op de rekening, maar heb er niet aan gedacht dat we twee weken geleden al een aanbetaling hebben gedaan. Dat valt dus nog mee ook.

We worden door Ali teruggereden, die een stuk communicatiever is dan Souhail. Hij vertelt over zijn werk als chauffeur, de drukke en slappe tijden en de moeilijkste klant die hij ooit had. Voor we het weten staan we alweer bij E. voor de deur.
Het was een gezellig, heerlijk etentje, vinden we alle drie. Een goed cadeau, voor de gevers én voor de ontvangers.

vrijdag 15 maart 2024

Een nieuwe traditie

Vrijdagmorgen heb ik afgesproken met K. Ze komt op de koffie met. En ‘met’ is geen koek of taart, maar leesvoer.
Allebei houden we van teksten. Om te schrijven, om te lezen, om naar te luisteren en om voor te lezen. En voorlezen kunnen we toevallig heel goed; we zijn allebei professioneel voorlezer (geweest) bij Dedicon.

K. was mijn directe collega tot ze een paar jaar geleden door langdurige ziekte thuis kwam te zitten. We blijven elkaar opzoeken om bij te praten en toen ik haar begin februari opzocht om samen iets leuks te doen op haar verjaardag, begonnen we voor elkaar mooie teksten te zoeken en voor te lezen. Dat was zo inspirerend dat we aan de rest van de plannen voor die dag niet toe kwamen (behalve een lekkere lunch dan)

Het werd meteen een traditie. Nu ze me een tegenbezoek komt brengen, heb ik ‘Sprakeloos’ van Tom Lanoye klaarliggen. Ik weet zeker dat ze dat een mooi boek zal vinden en bijna zeker dat ze het nog niet gelezen heeft. Op haar beurt heeft K. een tas meegenomen met een stapeltje boeken erin. Ik mag kiezen waaruit ze iets zal voorlezen. Lastig, want ik ken de boeken niet. Het wordt háár keus: een verhaal van Renate Dorrestein.

Behalve het voorlezen en commentaar op elkaars keus geven, hebben we nog heel wat andere dingen te bespreken. Van het voornemen om samen ook een bordspel of dobbelspelletje te doen, komt ook nu weer niets terecht. Grinnikend vertelt K. die alleen woont, dat ze een tijdje geleden via Facebook probeerde om een maatje te vinden voor gezamenlijk museumbezoek of om samen spelletjes te doen. De reacties waren wonderlijk. In plaats van aanmeldingen kreeg ze duimpjes of werden er namen geopperd van mannen die ook ‘een maatje’ zochten. ‘Ik zoek geen man’, had ze onder die reacties laten weten, waar dan weer met schaterlachende emoticons op werd gereageerd. Kortom, deze zoektocht via Facebook leverde niets anders op dan verbazing.

Volgende keer dan maar een spelletje? Wie weet. Maar als we een paar weken verder zijn kan het ook zomaar zijn dat we lekker op het waterterras gaan luieren of een eindje varen. In elk geval zullen er boeken en verhalen in de buurt zijn en wordt er minstens een klein stukje voorgelezen. En lekker geluncht. Een goede traditie moet je in ere houden, hoe jong die ook nog is.

zondag 10 maart 2024

Gesprekjes waar je vrolijk van wordt

Zondag is het goed fietsweer. Het regent niet, het is niet koud; een beetje meer zon en een beetje minder wind was nog beter geweest, maar dit is helemaal niet verkeerd. We hebben bedacht dat we op de nuchtere maag naar Nijmegen rijden, daar ontbijten en dan een tochtje naar Duitsland te maken.

Minstens een keer per jaar verwennen we onszelf met een ontbijt bij De Blonde Pater. Het is rustig deze zondagmorgen. We installeren ons aan een tafeltje voorin en bestellen. Iets verderop zit een vrouw met een klein hondje, dat ineens hard begint te blaffen. Het geblaf is gericht aan een man die buiten door het raam staat te kijken. Een griezel? Nee, hij loopt om naar de deur en wordt enthousiast door het hondje begroet en ook door de vrouw.

H. lacht hardop: ‘Ik dacht: hij blaft tegen een slechte man, maar het is juist een goede man.’ Met het beestje in z’n armen draait de man zich naar ons en vertelt dat de hond altijd zo hard naar hem blaft. ‘En naar bezoek ook,’ zegt de vrouw lachend. ‘Onze buren houden er niet van als wij visite krijgen.’

Dan komt ons ontbijt en hun koffie en voert iedereen weer z’n eigen gesprekken. Ik vertel H. dat ik gisteren in de krant een artikel las van iemand die ‘hoi’ begon te zeggen tegen vreemden. Het is een goede gewoonte. ‘Mensen die vaker ‘hoi’ of  ‘bedankt’ zeggen tegen vreemden zijn tevredener met het leven dan anderen,’ werd door verschillende onderzoeken bewezen.

We zijn het er over eens dat dit soort minigesprekjes met onbekenden heel goed zijn voor ons humeur, waar toch al niks mis mee was. Het lekkere ontbijt draagt nog wat extra bij. Als we hebben afgerekend en aanstalten maken om te vertrekken, staat iemand van het tafeltje naast ons op en komt naar het onze, dat groter is. Met z’n vieren willen ze graag verhuizen, en inmiddels is het zo druk dat hij alvast het plekje komt reserveren.

Er volgt alweer zo’n vrolijkmakend oppervlakkig gesprekje en als we vertrekken wordt ons vanaf twee plekken een mooie dag gewenst. En een mooie dag wordt het. Met tegenwind heen, koffie in Duitsland en meewind terug. Als we halverwege de middag weer thuis komen, zijn we dan ook heel tevreden over deze zondag

Doe-lijstje

Ineens is het warm buiten. De achterdeur open, koffie op het terras. H. gaat na die koffie op stap voor een stevige oefenwandeling. Echt vee...